Amfibieënvijver

Dit is en klein natuurreservaat in je tuin.
Je trekt er niet enkel kikkers mee aan, maar ook salamanders, libellen, enz.

2401 Orthetrum Cancellatum

Een vijver speciaal voor kikkers

Een amfibieënvijver of kikkerpoel is bedoeld als een klein natuurreservaat in de tuin.
Je trekt er niet enkel kikkers mee aan, maar ook salamanders, libellen, enz.

Belangrijk bij dit type vijver is dat je een zonnige en rustige plaats selecteert, ver van de straat. Je maakt deze vijver best zo’n 80 cm diep. Vissen en andere waterdieren vertoeven in de winter immers graag dicht op de bodem van de vijver omdat het daar het warmst is.

Kies voor een onregelmatige vorm, zo bekom je langere oevers. Deze zijn best schuin oplopend zodat de dieren makkelijker uit het water kunnen.

Vijverpomp: niet noodzakelijk, wel aangeraden!

Wat de technische uitrusting betreft heb je niet noodzakelijk een pomp nodig, maar dit is wel aangeraden. Je kan bijvoorbeeld een waterloop creëren die extra zuurstof in het water brengt. Dit leidt automatisch tot aantrek van weer andere waterdieren, namelijk de meer zuurstofbehoeftige soorten.

Het onderhoud van een dergelijke waterwereld is echt minimaal en beperkt zich vooral tot het verwijderen van een teveel aan planten. Dit doe je best jaarlijks of tweejaarlijks in de maand augustus.

Vijveraanpassingen speciaal voor amfibieën

De amfibieënvijver is een bijzonder type vijver. Dit is het type vijver dat echt past bij mensen met een natuurminnend hart. Het gaat hier om een waterplas, klein of groot, bedoeld als toevluchtsoord en voortplantingsplaats voor kikkers, padden, salamanders en allerlei ander in zijn bestaan bedreigd waterleven. Een dergelijke plas wordt dus een privé natuurreservaat waar men heel veel zelf kan observeren.

Een amfibieënvijver is uiterst eenvoudig en goedkoop aan te leggen. Om ook in de zomer water in de vijver te houden dient u een biotoopvijver kunstmatig af te dichten. Veelal wordt hiervoor de door milieuorganisaties aanbevolen EPDM PondGard vijverfolie gebruikt. Het is immers de bedoeling dat deze natuurbiotoop heel lang meegaat. Moest men minderwaardige folie gebruiken met een beperkte levensduur dan heeft heel het opzet weinig zin.

Zorg bij dit soort vijver best voor lange zacht glooiende oevers, kleine eilandjes, in het water hangende boomstronken, hopen stenen in de buurt en andere elementen die ten goede komen aan de dieren die zowel houden van water als van land.

De beplanting bestaat hier bijna per definitie uit inheemse waterplanten die men laat verwilderen. Vissen horen niet echt thuis in dit soort vijver. Meestal worden er helemaal geen visjes in uitgezet of anders heel klein blijvende soorten die geen gevaar opleveren voor de eieren en larven van de amfibieën.

De beplanting bestaat hier bijna per definitie uit inheemse waterplanten die men laat verwilderen. Vissen horen niet echt thuis in dit soort vijver. Meestal worden er helemaal geen visjes in uitgezet of anders heel klein blijvende soorten die geen gevaar opleveren voor de eieren en larven van de amfibieën.

Zelfs de introductie van stekelbaarsjes is af te raden. Deze kleine roofvisjes vallen immers alles aan wat beweegt. Minder agressieve visjes voldoen veel beter. Dit wordt tenslotte een thuis voor allerlei kleine waterdiertjes en grote rovers zijn hier niet op hun plaats.

Amfibieën, zoals kikkers en salamanders, hebben ook enkele diepe plekken water nodig om te overwinteren. Grillige, lange oevers met zachte helling en een afwisseling tussen diep en ondiep, voldoen best. De grootte van de vijver maakt niet veel uit: ook in een klein plasje voelen deze dieren zich thuis. Er moet voldoende schuilgelegenheid zijn (zoals een hoop stenen, met daartussen plantaardig afval) en rottend hout in de buurt wordt erg geapprecieerd.

Hetzelfde geldt voor allerlei aan het water gebonden insecten. Waterjuffers en libellen zijn de meest bekende. Een vijver bestemd voor inheemse diertjes ligt best rustig, in lichte halfschaduw en beschut. Een amfibieënvijver kan je mooi combineren met een beekloopje.

Geduld

Eens deze biotoopvijver gevuld en beplant dien je gewoonweg af te wachten. Wanneer de poel verder met rust gelaten wordt, verschijnt er na verloop van tijd vanzelf allerlei leven in. Het wordt een echte natuurbiotoop. Als er bovendien nog enkele zeldzame dieren op af komen zal dat zeker bijdragen tot de voldoening die je er als natuurbewuste tuineigenaar aan hebt. Dit type vijver behoeft eigenlijk bijna geen verzorging. Alleen wanneer er iets echt verkeerd gaat grijp je eventjes in: aanvullen van water bij veel verdamping, uittrekken van een paar planten die teveel domineren. Groot of klein, een biotoopvijver levert altijd een bijdrage tot het behoud van onze natuur. Niet alleen de dieren van het natte milieu maar ook allerlei vogeltjes en zoogdiertjes profiteren van de aanwezigheid van een dergelijke vijver.

Vijver-aanpassingen speciaal voor libellen

Groot en klein zijn geïntrigeerd door libellen. Hun mooie kleuren en makkelijke waarneembaarheid zijn wellicht de belangrijkste factoren voor hun populariteit. Libellen zijn volkomen ongevaarlijk en verrichten nuttig werk door de aantallen muggen en vliegen die zij vangen. De volwassen dieren zijn zeer goede vliegers en kunnen lange afstanden afleggen. Het grootste deel van hun leven brengen ze door onder water als eerder grauwe larven. Het zijn dieren die per definitie aan water gebonden zijn. De ideale libellenvijver is voldoende groot, heeft een rijke beplanting, helder water en er zitten best geen vissen in. De libellenvijver ligt best beschut, zo wordt het microklimaat gunstig beïnvloed. Hagen, muren of omheiningen zorgen ervoor dat de plas uit de wind ligt en de temperatuur wat hoger wordt. Uit de wind zullen hoge oeverplanten minder gemakkelijk knakken.

Je kiest best een zonnig gelegen plaats voor een dergelijke vijver. Het water warmt dan snel op en veel soorten planten gedijen. Het dierlijke plankton en de insecten houden van warmte. Een zonnig gelegen poel is soortenrijker dan een beschaduwde.

Libellenvijvers ga je best eerder komvormig uitgegraven met één of meer zwak hellende oevers. Maar niet altijd is er voldoende ruimte om op deze manier genoeg diepte te bereiken. Je kan bij plaatsgebrek trapvormig werken, bijvoorbeeld een niveau van 20 cm diep, een zone van 50 cm diep en een zone van 70 cm diep. 

Zo’n trappenvijver heeft veel voordelen: je bereikt snel een grote diepte, de vijver is makkelijk toegankelijk en laagjes bezinksel verdelen zich mooi over gans het oppervlak. In kleine vijvers kan er met plantmandjes gewerkt worden, wat misschien niet erg natuurlijk overkomt maar toch heel wat voordelen biedt voor het verzorgingsgemak.

In de ondiepe zones wordt het water in de lente snel warm zodat allerlei diertjes, de prooi van de larven, er zich optimaal kunnen ontwikkelen. De oever die het langst door de zon beschenen wordt legt men best zacht glooiend aan. Zacht glooiende oevers zijn erg aantrekkelijk voor libellen. Zij zonnen op de oevers en vangen er prooien. De afwisseling met meer steile oevergedeelten laat ook een gevarieerde plantengroei toe.

De larven van veel soorten libellen en waterjuffers hebben een grote behoefte aan zuurstof. Het toevoegen van luchtuitstroomsteentjes, verbonden aan een degelijke luchtpomp (minstens 50 liter per uur per 1000 liter vijverwater) brengt meer zuurstof en dus een geschikt leefgebied voor deze soorten. De libellenvijver kan je uitbreiden met en beekloopje, naar keuze eerder vlak of met watervalletjes. Het stromende water zorgt voor weer andere biotoopniches, voor nog andere interessante en bedreigde soorten. Een filter zal niet altijd nodig zijn maar kan een nuttige bijdrage leveren: de nimfen van libellen zijn oogjagers en hebben dus nood aan helder water.

Impressies